Het OSB-Keurmerk bestaat bijna een jaar. Tijd voor een eerste evaluatie. Hoe kijken schoonmaakbedrijven en opdrachtgevers aan tegen het keurmerk? Is het van toegevoegde waarde en zien ze verbetermogelijkheden?
Ron Steenkuijl – commercieel directeur van Asito – ziet in het OSB-Keurmerk een minimum vereiste waar een bedrijf aan moet voldoen. "Het is dan ook geen onderscheidend keurmerk ten opzichte van de andere schoonmaakbedrijven in aanbestedingen. Wat het keurmerk we?l doet, is aangeven dat de deelnemende bedrijven daadwerkelijk opereren volgens een set regels, met aandacht voor mensen." Het geeft volgens Steenkuijl een signaal af dat de branche stappen wil zetten. “Dit keurmerk is de eerste stap."
Eigen gevoel
Paul Meerman – directeur van S&G Diensten – is het met Steenkuijl eens. "Ook voor ons is het zeker een toegevoegde waarde. Ten eerste al voor je eigen gevoel dat alles in je bedrijf goed geregeld is. De controles zijn scherp namelijk. Maar ook onze, al dan niet nieuwe, opdrachtgevers zien de meerwaarde."
Marco Konter – manager marketing en salessupport van Gom – denkt dat het keurmerk bij OSB-leden en opdrachtgevers bijdraagt aan bewustwording. "Het keurmerk richt zich op praktische zaken die wij ook voor introductie al belangrijk vonden en op orde hadden. Maar door dit door externen te laten auditeren, kunnen wij ook met e?e?n certificaat aantonen dit op orde te hebben."
Hard onderdeel
Konter ziet de Code Verantwoordelijk Marktgedrag als een belangrijke pijler. "Daarnaast is de NEN-norm een hard onderdeel. Dat is ook goed: In onze branche is zekerheid over personele en financie?le aspecten voor opdrachtnemers belangrijk. Ik denk dat het keurmerk imagoversterkend gaat werken voor de branche."
Wat kan er nog aan het keurmerk verbeterd worden? Konter: "Het sanctiebeleid bij forse en herhaalde overtreding mag duidelijker. Daarnaast mag de manier waarop de code verantwoordelijk marktgedrag wordt getoetst meer aandacht en bekendheid krijgen."
Aanpassingen?
Wat betreft Steenkuijl hoeft er niets aan het keurmerk te worden aangepast. "Het gaat erom dat de branche bewustwording cree?ert en vervolgens in de geest van het keurmerk volgende stappen zet." Meerman: "Het keurmerk moet een nog groter draagvlak krijgen. En meer bekendheid. Het moet echt nog over de bu?hne worden gebracht. Bij onze eigen opdrachtgevers is het genoeg bekend, maar bij heel opdrachtgevend Nederland nog niet. Uit eigen inzicht zien ze vaak niet direct het belang van het keurmerk. Maar na uitleg zien ze het nut juist wél. Wij merken vooral dat de NEN-4400-1 – een onderdeel van het keurmerk – belangrijk is voor opdrachtgevers."
Het keurmerk is nog niet bekend genoeg, stelt ook Konter. "Maar OSB profileert zich wel sterker, ook op de radio en in publicaties. Zij zullen de profileringsinspanningen doorzetten, neem ik aan. Dat verhoogt de bekendheid verder. We komen bij inschrijvingen en dergelijke nog niet al te vaak tegen dat actief naar het keurmerk wordt gevraagd, maar ik verwacht dat dit in de toekomst anders wordt."
Geen differentiatie
Steenkuijl laat zich ook in dergelijke bewoordingen uit. "Het keurmerk is voor opdrachtgevers geen differentiatie. Maar het is eerder een een bevestiging van het feit dat Asito haar mensen waardeert en op een fatsoenlijke manier met hen omgaat. We gebruiken het keurmerk als startpunt van een discussie over de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer."
Vindt de commercieel directeur de kosten opwegen tegen de baten? Een volmondig 'ja' volgt. "Het keurmerk heeft een discussie en een bewustwording in gang gezet die zeer waardevol is voor de branche. Het imago van de branche had dit nodig."
Kosten versus baten?
Meerman is minder uitgesproken. "Wellicht wegen de kosten en baten op dit moment nog niet helemaal tegen elkaar op. Maar ik verwacht dat dat wel het geval gaat zijn. Zeker als het keumerk zich meer vormt. Dit soort zaken moeten groeien. Het Bovagmerk is ook niet in e?e?n jaar geland bij afnemers."
Konter vindt dat de kosten voor zijn organisatie te overzien zijn. "Zaken die het keurmerk vraagt, hebben we al. Bijvoorbeeld de NEN-certificering hadden we al, omdat we dit zelf belangrijk vonden. De kosten betreffen dan ook vooral het aantoonbaar maken tijdens audits. Dat is een geringe tijdsinvestering."
Wegblijven van claims
De bekendheid van het OSB-Keurmerk blijkt aan opdrachtgeverskant nog niet optimaal te zijn. Zo was Antoinette Bos – inkoopmanager bij Hanzehogeschool Groningen – niet bekend met het keurmerk. "Nee, ik kende het keurmerk niet. Natuurlijk ben ik bekend met de Code Verantwoordelijk Marktgedrag, ik was er niet van op de hoogte dat de branche zichzelf een keurmerk heeft opgelegd."
Bos erkent wel de toegevoegde waarde van het keurmerk. "Het keurmerk dient vele doelen. Zo lijkt het onder meer een een garantie te zijn voor het voorkomen van een aantal risico's, zoals claims die opdrachtgevers kunnen krijgen van de Arbeidsinspectie als het schoonmaakbedrijf met illegale medewerkers werkt. Het is prettig dat je nu weet dat als je in zee gaat met een schoonmaakbedrijf die in het bezit is van het keurmerk, je weg kunt blijven van dergelijke claims.”
Laagste prijs
Of er nog iets aan het keurmerk zou moeten veranderen? Hoewel Bos niet tot in detail op de hoogte is heeft ze wel een idee: "Het zou mooi zijn als OSB-leden niet meer inschrijven op aanbestedingen die uiteindelijk – ondanks EMVI – toch alleen om laagste prijs draaien. Daarmee zou de branche heel wat winnen."
Ook Wim Nieland – directeur publiek bij adviesbureau Aeves – was niet honderd procent bekend met het bestaan van het OSB-Keurmerk. Hij is wel positief over het keurmerk als middel voor bedrijven om kenbaar te maken waar ze voor staan. “Met het OSB-Keurmerk laten partijen zien dat ze waarde hechten aan eerlijk zaken doen met een betrouwbare partners. Dat spreekt me aan.”
Belemmeringen
Nieland ziet wel belemmeringen voor zijn klanten als het gaat om het als eis opnemen van het keurmerkbezit in inkoopprocedures/aanbestedingen: "Nee, dit is aanbestedingsrechtelijk niet mogelijk. Bedrijven moeten ook op andere manieren kunnen aantonen dat de onderliggende 'waarden' voor elkaar zijn."
Of Nieland verbeterkansen ziet voor het keurmerk? Hij aarzelt niet: "Ik denk dat de marketing nog wel wat sterke ingezet kan worden en dan bedoel ik heldere communicatie over wat de onderliggende ‘waarden’ zijn, zodat opdrachtgevers de waarde van het keurmerk goed kunnen inschatten."