Alhoewel dit al op de kleuterschool aan de orde komt, is het nooit verkeerd de stappen van het handen wassen nog eens te herhalen. Zeker als je weet dat de meeste ziekteverwekkers via de handen verspreid worden. Door regelmatig je handen te wassen met water en zeep verklein je de kans dat jij of iemand in je omgeving ziek wordt.
Was je handen in ieder geval:
- voor het (klaarmaken van) eten;
- na een toiletbezoek;
- na het verschonen van een kind;
- na het aaien of knuffelen van (huis-)dieren;
- na het schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt;
- na hoesten, niezen of het snuiten van de neus.
Hoe moet ik mijn handen wassen?
Volg tijdens het handen wassen de volgende stappen:
- Maak je handen goed nat.
- Neem wat vloeibare zeep uit een pompjeWrijf de handen lang genoeg over elkaar, zorg dat de boven- en onderkant goed bedekt zijn met zeep.
- Wrijf hierbij goed alle vingertoppen in.
- Wrijf ook tussen de vingers.
- Spoel de zeep zorgvuldig af.
- Droog je handen goed af, vergeet hierbij niet de huid tussen de vingers.