Service Management publiceert op 5 november het Nationale Toiletonderzoek. In samenwerking met Tork zijn 150 toiletten onder de loep genomen. In aanloop naar de publicatie wekelijks een blog van één van de onderzoekers.
Yolanda Corbeek, Product Segment Manager Washroom bij SCA/Tork: “Ieder jaar in november als Service Management weer verscheen was de toiletspecial met daarin het toiletonderzoek een nieuwe bron van informatie. Soms ook was het weer een teleurstelling om te zien hoe het met de hygiënestandaard in de openbare toiletten gesteld was. Dit jaar mocht ik zelf aan het onderzoek deelnemen… Bewapend met dipslides bezocht ik toiletten en mat ik op de deurknop, wc-bril, spoelknop en kraan hoe het met de bacteriën is gesteld. En dat valt nog niet mee…”
Verschillende segmenten
Eerst eens geschikte locaties vinden… Corbeek: “Want er zijn ook nog verschillende te beoordelen segmenten; horeca of de gezondheidszorg, openbare gebouwen zoals sporthallen, gemeentehuis, bibliotheken, enzovoorts, of toch de categorie warenhuis. Daaronder vallen ook de tuincentra, bouwmarkten, enzovoorts. Beladen met de dipslides en de in te vullen formulieren ging ik op weg om, tussen mijn vaste boodschappenroute door, ook een aantal toilettesten af te nemen.”
“Ook onderzoekers moeten scherp blijven”
De eerste is altijd de lastigste, constateert Corbeek. “Opgelaten liep ik dan ook de plaatselijke bouwmarkt in op zoek naar het klantentoilet. Bij navraag bij een attente zaterdagkracht bleek deze zich bij de uitgang te bevinden. Ik glipte snel naar binnen en deed een eerste indruk op van de visuele staat van de toiletruimte. Hoe schoon oogt het? Dan naar het toilet en deur snel op slot. En toen begon het echte speurwerk. Maar liefst acht buisjes sorteren. Vervolgens eerst de rode buisjes hanteren, want daar was nadrukkelijk op gehamerd en dan pas de paarse. Ja, ja, toiletonderzoekers moeten scherp blijven! Ondertussen met een schuin oor luisteren of er geen volgende bezoeker binnen komt die het vast vreemd vindt dat het op dat hokje toch wel lang duurde.”
“Het is gelukt!”
Drie van de vier meetpunten konden vrij onopvallend getest worden. Corbeek: “Maar nummer vier was dus de kraan in het voorste gedeelte. Dan kunnen twee keer vier seconden best lang duren. Maar de eerste test zat erop. Met enige verliet ik het toilet begaf me richting de uitgang. Het is gelukt!” En zo volgden er nog 12. “Daarbij viel het mij op dat de toiletruimten mij de indruk gaven dat ze in de meeste gevallen een noodzakelijk kwaad waren. Heel basic en vaak ook erg oubollig, terwijl men zich toch terdege moet beseffen dat een toiletruimte toch ook een visitekaartje van het bedrijf is.”
“Kraan op half elf”
De indruk die een bezoeker heeft van de toiletruimte blijft lang hangen, constateert Corbeek. “En deze wordt weerspiegeld in de rest van zijn beleving. Dus eigenaren en ondernemers: aandacht voor de hygiëne van uw toilet is heel belangrijk. Maar vergeet ook de uitstraling niet. Niets is zo vervelend als je je handen wilt wassen en drogen en er is geen zeep of handdoek beschikbaar. Niets is zo vervelend als je een toilet binnenkomt en je denkt 50 jaar terug in de tijd te gaan. Of de kraan op half elf hangt… Helaas constateringen uit eigen ervaring. Maar goed; als de nood hoog is….”
“Kleine details doen veel”
Toch waren er volgens Corbeek ook pluspunten te melden. “In Wijchen staat een sporthal met wat mij betreft de meest frisse en modernst ogende toiletruimte die ik in alle sporthallen uit de omgeving heb gezien. En dat kleine details zoals mooie spiegels veel doen, is voor mij ook bewezen. Kortom: ik ben heel benieuwd naar de eindresultaten van dit jaar. Ik kijk weer vol verwachting en dit keer met een beetje extra spanning uit naar het novembernummer van Service Management.”