Lodewijk de Waal is benoemd als verkenner om de knelpunten die werkgevers en werknemers ervaren bij de inzet van tijdelijke werknemers te inventariseren. Dit speelt vooral in sectoren waar seizoenswerk is, waaronder de schoonmaakbranche.
Minister Asscher van SZW heeft de voormalig voorzitter van de FNV gevraagd om de gesprekken tussen sociale partners over dit thema te faciliteren. De Waal is per 1 januari benoemd en krijgt tot 1 mei 2016 de tijd voor deze klus. Hij gaat uitzoeken tegen welke problemen de verschillende sectoren aanlopen, waarom onderhandelingen vastlopen en zo nodig bemiddelen. Uitgangspunt daarbij is dat werkgevers de flexibiliteit wordt geboden die ze nodig hebben bij de inzet van tijdelijke werknemers en dat deze werknemers tegelijkertijd voldoende zekerheid krijgen.
Contract voor onbepaalde tijd
Volgens de Wet werk en zekerheid hebben werknemers niet na 3, maar na 2 jaar werken recht op een contract voor onbepaalde tijd. In een cao kunnen afspraken worden gemaakt om hiervan af te wijken als dat noodzakelijk is. De wet is er, in overleg met sociale partners, gekomen om het onnodig en langdurig gebruik van onzekere contracten tegen te gaan. Nederland heeft in vergelijking tot de rest van Europa een record aantal flexibele werknemers. Zij waren als eerste de dupe van de crisis.