De voorzieningsrechter in Den Haag maakte in zijn uitspraak korte metten met de vordering van schoonmaakbedrijf ISS. Die laatste spande een kort geding aan omdat het werd uitgesloten van mededinging naar een groot schoonmaakcontract bij de fiscus. De rechter: "De inschrijving van ISS is niet realistisch."
Inzet is een vierjarig contract met een optie voor nog eens vier jaar voor alle kantoren van de Belastingdienst. De waarde van het contract loopt met een oppervlak van 660.000 vierkante meter naar alle waarschijnlijkheid in de vele miljoenen. Op 6 mei 2011 maakte de Belastingdienst de Europese, openbare aanbesteding bekend. Doel was het sluiten van overeenkomsten met ten minste drie en ten hoogste vijf opdrachtnemers voor de schoonmaakdiensten en kwaliteitscontroles in alle locaties van de Belastingdienst in Nederland. De aanbesteding is verdeeld in vijf percelen. Perceel 1 tot en met 4 betreft de regio's Noordoost, Noordwest, Zuidoost en Zuidwest. Perceel 5 betreft kwaliteitscontroles van de schoonmaakwerkzaamheden in de vier regio's.
Acceptabele werkdruk
In de aanbesteding nam de Belastingdienst een deel over een acceptabele werkdruk op. Opdrachtnemers wordt gevraagd om zich, net als de Belastingdienst, aan de Code Verantwoordelijk Marktgedrag te committeren. In die code staat dat "bedrijven hun offertes baseren op een degelijke onderbouwing en op een in de praktijk op verantwoorde en professionele wijze haalbare, aantoonbare én controleerbare normstelling. In dat licht hanteren bedrijven realistische prijzen." ISS, CSU en Hectas schreven zich in voor de percelen 1 tot en met 4. De Belastingdienst stuurde op 22 augustus een brief, met een verwijzing naar de code. De fiscus verzocht ISS meer informatie te verschaffen. De door haar gecalculeerde prestatienormen op alle percelen op de ruimtecategorieën bureaukamer, representatieve ruimten, sanitaire ruimten en verkeersruimten (met uitzondering van het perceel Noordwest) liggen opmerkelijk hoger dan de door twee onafhankelijke adviesbureaus, Masterkey en InTexSo, gecalculeerde normen.
"Wat niet vuil is, hoeft niet te worden schoongemaakt"
In een antwoord wijst ISS onder meer op de voordelen van dagschoonmaak (in plaats van schoonmaak in de avonduren) en resultaatgericht schoonmaken. "Tijdens de hoofdbeurt worden alleen horizontale vlakken gereinigd met microvezel. Hiervoor is geen werkkar nodig. De norm is 75 seconden per kantoor van 25m2. De rest van de ruimte wordt in de hoofdbeurt/naloop gereinigd (30 seconden per beurt). Afval ophalen is een aparte taak. Stofzuigen gebeurt met rugstofzuigers op accu waardoor tijdwinst wordt behaald. Dat betekent geen stopcontacten zoeken en stekkers in- en uitdoen. De berekening leidt tot een m2 prestatie van 750. ISS heeft gecalculeerd met een m2 prestatie van 620 om speling te creëren, onder andere voor looptijden. Speling wordt ook gecreëerd op dagen waarop de bezetting laag is. Wat niet vuil is, hoeft niet te worden schoongemaakt."
ISS: "Intermediairs hebben onvoldoende actuele kennis"
Een verslag vermeldt vragen van de Belastingdienst, met de daarop door ISS gegeven antwoorden. "Is ISS verrast door de verschillen in de prestatienormen tussen ISS en de berekening van twee adviesbureaus? Nee, het verbaast ISS niet. ISS is van mening dat intermediairs onvoldoende actuele kennis hebben om prestatienormen te berekenen omdat ze niet in de uitvoering werkzaam zijn." Op 15 december deelde de Belastingdienst aan ISS mee dat het voornemen bestaat de percelen 1 en 2 te gunnen aan Hectas en de percelen 3 en 4 aan CSU. De Belastingdienst schrijft dat ISS niet voor gunning in aanmerking komt omdat de inschrijving niet voldoet aan "een integraal akkoord met de conceptovereenkomst" en "een realistische prijs". De ficus vindt dat 72 procent van de schoon te maken bureauruimten een oppervlakte kent die kleiner is dan 25m2 en dat bij de calculatie op basis van een gemiddelde oppervlakte uitgegaan moet worden van 17m2.
Rechter: "Op geen enkele wijze aannemelijk"
ISS spant daarop een kort geding aan, waarbij het de gunning van percelen 1 tot en met 4 wil terugdraaien. Er moet volgens het schoonmaakbedrijf een nieuwe aanbesteding komen. Tijdens het proces eisen CSU en Hectas dat de gunning doorgaat. ISS vindt dat met de prestatienormen van de adviesbureaus een nieuwe gunningseis is geïntroduceerd. De rechter veegt dat argument van tafel. Daarnaast: de rechter vindt dat niet kan worden beoordeeld of ISS zijn efficiëntieslag ook bij de Belastingdienst kan halen. "Wel roept de gestelde efficiencyslag, in het licht van de code, vragen op. Uit niets blijkt hoe ISS rekening heeft gehouden met de evident negatieve effecten van dagschoonmaak, te weten de dan noodzakelijke interactie met medewerkers van de Belastingdienst." Verder heeft ISS volgens de rechter "op geen enkele wijze" aannemelijk gemaakt dat de prestatienorm van 750 m2 ook haalbaar is bij bureaukamers van gemiddeld 17 m2. De slotsom van de rechter is dat de inschrijving van ISS "niet realistisch, althans onvoldoende onderbouwd" is. De inschrijving van ISS is volgens de rechter dan ook "op goede gronden" als ongeldig terzijde gelegd. ISS is veroordeeld tot het betalen van de proceskosten voor de Belastingdienst, Hectas en CSU.
Klik hier voor het hele vonnis van de voorzieningsrechter in Den Haag.